Op het zevende deel (van wat een elfdelige serie moet worden) van zijn Schubert-opnames, laat bariton Matthias Goerne wederom horen waarom hij tot de beste Schubert-vertolkers van onze tijd gerekend wordt. Dat doet hij niet zozeer door louter technisch perfecte en mooie vertolkingen, maar vooral doordat hij risico’s durft te nemen en in zijn interpretaties de extremen niet schuwt. Goerne verhult de duistere laatromantische spanning niet, maar zet die juist extra aan, terwijl in de verstilde momenten als in Abendröte Goerne een bijna religieuze natuurervaring verklankt, daarbij geholpen door het voortreffelijke spel van pianist Andreas Heafliger. Wederom een indrukwekkend album.
Schubert Lieder Volume 7: Erlkönig
Im Abendrot, D799
Der Wanderer, D493
Nachtviolen D752 (Mayrhofer)
Im Walde D834
Normans Gesang D846 (Scott, Storck)
Der Geistertanz D116 (Matthisson)
Schatzgräbers Begehr D761 (Schober)
An den Mond, D259 (Goethe)
Erlkönig, D328
Am See, D746 (Bruchmann)
Alinde, D904
Widerschein, D949
Die Forelle, D550
Der Fluss, D693
Abendröte, D690
Klage D415 (Matthisson)
Der Strom, D565 (poet unknown)
Fischerweise, D881 (Schlechta)
Auf der Bruck, D853
Matthias Goerne (baritone) & Andreas Haefliger (piano)
Tracks
Disc 1
1. Im Abendrot (O Wie Schön Ist Deine Welt) D 799
2. Der Wanderer (Ich Komme Vom Gebirge Her) Op. 4 Nr. 1 D 493
3. Nachtviolen (Nachtviolen, Dunkle Augen) D 752
4. Im Walde (Ich Wandre Ãœber Berg Und Tal) Op. 93 Nr. 1 D 834
5. Normans Gesang (Die Nacht Bricht Bald Herein) Op. 52 Nr. 5 D 846
6. Der Geistertanz (Die Bretterne Kammer Der Toten Erbebt) D 116
7. Schatzgräbers Begehr (In Tiefster Erde Ruht Ein Alt Gesetz) Op. 23 Nr. 4 D 761
8. An Den Mond (Füllest Wieder Busch Und Tal) D 259
9. Erlkönig (Wer Reitet So Spät Durch Nacht Und Wind) Op. 1 D 328
10. Am See (In Des Sees Wogenspielen) D 746
11. Alinde (Die Sonne Sinkt Ins Tiefe Meer) Op. 81 Nr. 1 D 904
12. Widerschein (Tom Lehnt Harrend Auf Der Brücke) D 949
13. Die Forelle (In Einem Bächlein Helle) D 550
14. Der Fluß (Wie Rein Gesang Sich Windet) D 693
15. Die Abendröte D 690
16. Klage (Die Sonne Steigt, Die Sonne Sinkt) D 415
17. Der Strom (Mein Leben Wälzt Sich Murrend Fort) D 565
18. Fischerweise (Den Fischer Fechten Sorgen) Op. 96 Nr. 4 D 881
19. Auf Der Bruck (Frisch Trabe Sonder Ruh Und Rast) D 853
