Door een existentiële crisis raakte Gustav Mahler doordrongen van zijn eigen sterfelijkheid en schreef hij Das Lied von der Erde. Haast in analogie over zijn laatste fase wilde Reinbert de Leeuw dit werk opnemen met zijn collectief. Door deze verbondenheid krijgt de uitvoering door De Leeuw en zijn ensemble een extra dimensie van testamentaire proporties. Mahler ging op zoek naar geschikte teksten om zijn gehele oeuvre samen te vatten in een universele getuigenis over leven en dood. Met een bloemlezing van traditionele Chinese lyriek als basis componeerde hij een liedcyclus van symfonische omvang. Deze nieuwe transcriptie van De Leeuw bouwt verder op een traditie die werd ingezet door Arnold Schönberg. Met zijn eigen einde voor ogen heeft De Leeuw nog een essentiële bijdrage kunnen leveren aan de vertolking van Mahlers persoonlijke afscheid van de wereld.