De complete werken voor fortepiano en orkest die Von Weber schreef passen met gemak op een schijfje. Het zijn er dan ook niet meer dan drie: twee concerten en een 'Konzertstück'. De eerste twee stammen uit 1811/1812 en werden gebruikt als visitekaartje: kijk eens wat ik kan. Veel virtuositeit, waar pianist Ronald Brautigam en de Kölner Akademie op authentieke instrumenten prima mee uit de voeten kunnen. Je hoort Beethoven, maar het is bovenal Von Weber die zich hier zeer zelfverzekerd presenteert. Het concertstuk is van 1821 en jongens, wat een verschil. Hoorden we eerst een componist die het vak tot in de puntjes beheerst, hier heeft hij dat achter zich gelaten en stijgt hij bevrijd naar nieuwe stilistische hoogten, op het snijvlak van klassieke beheersing en romantische vervoering.