Vergeet de vorige platen van Frank Carter & The Rattlesnakes. Het keiharde debuut Blossom, het rockende Modern Ruin en de intense liveshows (in de Melkweg verleden jaar na 3 nummers een salto van het balkon af!). Na zijn tijd bij Gallows wilde Frank Carter meteen laten zien dat hij met The Rattlesnakes wil losbreken van zijn punk imago. Daarom riep hij met de Rattlensakes de hulp in van Cam Blackwood (George Ezra/Jack Savoretti) om productioneel een heel andere weg in te slaan. Veelvoudig gebruik van synthesizers met een flinke britpop inslag die doet denken aan bands als Arctic Monkeys en Kasabian maar... toch héél erg Frank Carter. Het is de attitude en overtuiging waarmee hij altijd zijn teksten brengt en weet te raken. Op opener Why Can't A Butterfly Love A Spider sleept hij ons mee in zijn scheiding. Vervolgens komt het venijnige Tyrant Lizard King met een gruizige, grungy gitaar, onheilspellende synths en veel verrassende loopjes. Pas op het vierde nummer, de single Crowbar, is de sound van voorganger Modern Ruin terug te horen. Een instant festival anthem, heerlijk opzwepend en lekker rockend maar tegelijk heel poppy. Direct daarop weet Carter met Love Games zijn meest veelzijdige en imponerende zang ooit neer te zetten. Grimmig, recht uit het hart en zo ontzettend goed geproduceerd met prachtige vocale effecten. De samenwerking met Cam Blackwood is een regelrecht schot in de roos. Carter wil niet steeds weer hetzelfde kunstje uitvoeren, hij heeft meer dan genoeg bewezen dat hij dat kan. Hij wil vernieuwen. Zichzelf blijven ontwikkelen en dat gaat hem met de Rattlensnakes verdomd goed af!