SCLAVIS, LOUIS

Voor deze plaat liet de Franse klarinettist zich inspireren door de street art van Ernest Pignon-Ernest, die eerder het onderwerp was van zijn album Napoli’s Walls uit 2002. De eeuwige vernieuwer Sclavis kijkt dit keer naar een breder scala van in situ-collages van de kunstenaar, van Ramallah tot Rome, op zoek naar een muzikale en emotionele connectie. Dit is overigens ook het eerste ECM-album waarop Sclavis gebruik maakt van het ‘klassieke’ jazz-kwartet, met bassist Sarah Murcia, de expressieve drummer Christophe Lavergne en pianist Benjamjn Moussay (die ook een belangrijke rol speelde op Sources en Salt And Silk Melodies). Ze presenteren acht muzikale miniatuurtjes voor acht werken van Pigon-Ernest, geïnspireerd door personages zoals Arthur Rimbaud, Pier Paolo Pasolini, Jean Genet, Mahmoud Darwich, The Lady of Martigues of schilderijen zoals Extase, Prisons, Refugees. Het doel is niet deze werken muzikaal te ‘omlijsten’, maar om de emoties vast te leggen en met de luisteraar te delen.