Toen Chuck D riep: “Bass, how low can you go?” op Public Enemy’s iconische Bring the Noise, leek hij misschien de weg te effenen voor de duizelingwekkende, rug-buigende baslijnen van Implosion. Dit split-album, uitgebracht op The Bug’s eigen PRESSURE-label, dompelt je onder in een nieuwe vorm van spectrale dub: introspectief, meeslepend en absoluut implosief. Het is één deel meditatie, twee delen experiment met lage frequenties, en bovenal een eerlijke bekentenis van pure soundsystem-verslaving.
Het duo achter het album, de Britse soundlab-verkenner en London Zoo-componist Kevin Martin (aka The Bug) en Michael Fiedler (aka Jah Schulz), een veteraan van de Duitse soundsystem-reggae scene, benadert hun gezamenlijke doel op verschillende manieren. Toch delen ze dezelfde visie: hun geluid rauw (Fiedler) en meedogenloos minimaal (Martin) houden. Het bewijs dat tegenpolen elkaar aantrekken, zelfs als hun instrumenten en methodes uiteenlopen.
Het contrast tussen de twee komt sterk naar voren, zowel tussen als binnen hun individuele bijdragen. Van de melancholische, bijna transcendentale sfeer van Alien Virus (West Indian Centre, Leeds), tot de dualiteit van opstijgen en afdalen in Hope, en van de viscerale dub-drone van Dread (The End, London) tot de psychedelische herhalingen van Midnight, dat Chain Reaction herinterpreteert voor een nieuwe generatie luisteraars: elke track voelt zowel heilig als narcotisch. Het album toont een meesterlijke beheersing van toon en textuur en de emotionele kracht van minimalistische dub.
Implosion is misschien wel het meest gereduceerde en diepgravende werk van The Bug tot nu toe, een echo van de plechtige sfeer van zijn recente Kevin Richard Martin Black-release, en verwijzend naar de futuristische steppas van eerdere Pressure-albums. Fiedler’s Ghost Dubs-project daarentegen verkent zijn zwaarste geluid tot nu toe, wat gezien zijn eerdere succes met het monumentale Damaged des te indrukwekkender is.
Het album voelt ijskoud aan, een schril contrast met de warmte van traditionele Jamaicaanse roots en de huidige digi-dub trends. De sfeer is doordrenkt van spanning en dreiging, een onverwachte smeltkroes waar klassieke dubritmes, spookachtige ambient, drijvende dubtechno en doommetal-riffs elkaar ontmoeten. Terwijl het duo een van de zwaarste ambient-dubalbums van de laatste jaren presenteert, citeert Martin invloeden als The Roots Radics, Black Jade en On-U Sound, terwijl Fiedler zijn bewondering uitspreekt voor Adrian Sherwood en Rhythm & Sound. Toch overstijgt het eindresultaat deze invloeden ruimschoots met zijn diepe pulsaties, emotieve resonanties en bot-rattende trillingen.
Schimmig en ongrijpbaar, het album ademt mysterie, een zweem van nostalgie gemengd met futuristische shock. Ondanks de obsessie met traag en zwaar, blijft het hypnotiserend en meeslepend. Implosion en de single Imploded Versions bewijzen wat het betekent om volledig ondergedompeld te worden in bas, om verleid te worden door bas en uiteindelijk verpletterd te worden door bas. Het is een nieuwe vorm van dub voor “zonal headz” en Babylon-zoekers.
Het album is gemasterd door Stefan Betke (aka POLE) bij Scape Mastering en is loodzwaar zonder de luisterbaarheid te verliezen. Het is pure low-end verering, extreem maar toegankelijk, en absoluut dansbaar—al dan niet op een traag tempo. Heilig en narcotisch, Implosion is een diepgaande reis door de wereld van lage frequenties. Durf jij erin te duiken?