Tussen alle wilde verhalen en gebeurtenissen door doen The Libertines alsof hun neus bloedt en leggen met deze self-titled een wonderbaarlijk samenhangende plaat op tafel. De rauwe rock ‘n’ roll heeft nog steeds kenmerken van onvervalste punk en dromerige pop en die sound heeft voormalig Clash-gitarist Mick Jones tot een mooi geheel gesmeed zonder ook maar iets af te doen aan de belofte die Up The Bracket over de band afriep. Wie nog steeds niet genoeg kan krijgen van alle wildwest-verhalen zal tekstueel genoeg te smullen hebben. Nummers als Can’t Stand Me Now, The Man Who Would be King en What Became Of The Likely Lads laten weinig in het ongewisse over hoe men zelf tegen de zaken aankijkt. De haat-liefde-verhouding, overigens treffend vastgelegd op de voorkant van de hoes, tussen frontmannen Pete Doherty en Carl Barat heeft zich in ieder geval laten vertalen naar een album dat zich continu op het scherpst van de snede bevindt. Tussen de uitersten van catchy opgefoktheid en schemerige mijmeringen is geen enkel zwak moment te ontdekken. Al is het vooralsnog onduidelijk of dit bestempeld moet worden als geslaagde opvolger of als geniaal afscheidsalbum, een knap plaatje is het in ieder geval wel.