gratis-verzending vanaf 75,- of afhalen in de winkels van Concerto en Plato voor 16:00 besteld morgen in huis Winkels Service
Interview met Willy Vlautin van Richmond Fontaine

Willy Vlautin is de eigenzinnige frontman van Richmond Fontaine. Met We Used To Think The Freeway Sounded Like A River is het vijftal uit Portland, Oregon toe aan het achtste studioalbum sinds de band ruim vijftien jaar geleden werd opgericht. Een gesprek met een muzikant die de liefde voor zijn gitaar herontdekte en met bloed schrijft over mensen in lastige situaties.

Vlautin ziet er redelijk ontspannen tijdens een dagje kletsen over zijn muziek. De liedjessmid van Richmond Fontaine is namelijk een échte huismus. Zelfs toeren met zijn band doet hij niet graag. Eigenlijk zou hij liever als een Brian Wilson in zijn woning achterblijven om de muziek voor Richmond Fontaine te componeren. ‘Als jonge band trokken we er vaak alleen op uit als we er zin in hadden. Zelf zie ik ons vooral als een recording band, in plaats van een touring band. Persoonlijk blijf ik liever thuis.’

Dat hoor je niet vaak van bands in jouw genre. Waarom is dat?
‘Omdat ik van albums houd. En omdat ik graag thuis blijf om aan een album te werken. Ik ben niet zo’n liefhebber van tournees. Voor mij is dat niets meer dan shows spelen en dronken worden. Ik houd van songs en verhalen schrijven. Dat doe je thuis, niet als je met twee andere gozers een kamer deelt en zeven avonden per week speelt om wat geld te verdienen. Zoiets is alleen leuk als je bier drinkt. Want alles is leuk als je bier drinkt. Maar goed, met de jongens spelen is natuurlijk ook leuk.’

Voor het vorige album, Thirteen Cities, ben je nochtans twee jaar op tournee geweest.
‘Dat klopt. Omdat ik redelijk was opgebrand, hebben we besloten een rustperiode in te lassen. We hebben wel een paar optredens gedaan, maar niet echt rondgetrokken.’

Een uitgelezen kans om een flinke collectie songs voor dit album te schrijven?
‘Als ik na drie maanden vakantie niet van mijn paard zou zijn gevallen. Dat stomme beest gooide me opeens in de modder waardoor mijn hand brak. Ik moest drie operaties ondergaan en was bang geen gitaar meer te kunnen spelen. Mijn hand kon ik een maand niet bewegen. Heel langzaam weer een vinger, toen twee enzovoort. Het was verschrikkelijk. Veel mensen kampen met ergere dingen, maar voor mij was het een ramp. Het zorgde er wel voor dat ik opnieuw verliefd ben geworden op gitaarspelen.’

Je weet pas wat je mist als je het kwijt bent?
‘Precies. Het maakt mij niet uit of ik in een band zit of niet, of ik goed of slecht ben: ik houd gewoon van gitaarspelen. Toen ik weer een gitaar kon vasthouden was ik enorm opgelucht. Het plezier dat je aan spelen beleeft is belangrijker dan het feit of je goed bent of niet. Ik ben blij met wat ik heb. Toen ik dat kwijtraakte was ik radeloos. Alsof je vriendin je heeft verlaten. Als ze terugkomt beloof je plechtig je nooit meer als een rund te gedragen. Ik zal niet meer aanklooien en op wilde paarden gaan zitten. Of motorrijden. Ik stap alleen nog op een heel oud paard.’

Naast de muziek op We Used To Think The Freeway Sounded Like A River grijpen vooral de teksten mij. Laat je je inspireren door waar gebeurde verhalen, uit de krant bijvoorbeeld?
‘Ik blader elke dag de kranten door voor gekke verhalen. Maar vooral omdat ik ze leuk vind om te lezen. In het stadkatern staan vaak gruwelijke dingen die in de buurt hebben plaatsgevonden. Zoals: “Vader bindt dochter aan boom omdat ze haar huiswerk niet had gemaakt.” Dat soort zaken. Songs schrijven is voor mij echter vooral een manier om dingen te verwerken. In zekere zin zijn ze autobiografisch. Soms verberg ik het uit schaamte in een verhaal. Of omdat ik iemand niet wil kwetsen.’

Hoe autobiografisch zijn je teksten dan precies?
‘Het meeste is half waar. Ik probeer te achterhalen waarom ik voel wat ik voel. Als kind ben ik gaan schrijven om niet gek te worden. En nu is het een gewoonte. Als ik met een probleem kamp, schrijf ik erover om het te beheersen. Als je een probleem of gevoel kunt beheersen, verdwijnt de angst misschien.’

Klinkt haast als therapie...
‘Ik zag het altijd zo: als je duikt in een doos vol angsten kun je de reden voor die angst vinden en het loslaten. Het enge is dat je er wordt ingetrokken en er mogelijk niet meer uitkomt. Ik heb geleerd dat aan de donkere kant van de ziel geen einde komt. Hoe dieper je graaft, hoe donkerder je gedachten worden. Ik heb geprobeerd de bodem van mijn donkerste gedachten te bereiken, in de hoop dat het zou eindigen en ik nooit meer zoiets zou denken. Maar je kunt beter wegrennen. Je kunt de donkere kant van de mensheid niet verslaan. Je kunt het alleen verslaan door niet zo te leven en er weg van te blijven. Of dat echt waar is weet ik alleen niet.’

Ik interpreteerde jouw teksten eigenlijk als verhalen van arme blanken, van ‘white trash’.
‘Nee, ik schrijf over mensen die in lastige situaties zitten. Maar ik denk nooit over ze als vuilnis; ze hebben het gewoon moeilijk. Het nummer We Used To Think The Freeway Sounded Like A River gaat over een meisje met wie ik naast een snelweg woonde. We besloten op een dag de snelweg als een rivier te gaan zien. Een snelweg klinkt namelijk enigszins als de oceaan. Door er anders over te denken hoopten we niet steeds herinnerd te worden aan de plek waar we woonden. Slechter dan naast een snelweg wonen kan haast niet. Je zit er omdat je het geld niet hebt om naast een mooi park te wonen. Het idee van de rivier was leuk. Maar toen we op een dag beroofd werden in onze slechte buurt, kwam de realiteit terug. De snelweg is geen mooie rivier, maar een vieze plek waar vermoeide mensen dag in dag uit overheen rijden.’

Je schrijft ook boeken. Op wat voor manier is het schrijven van liedjes anders dan het schrijven van een boek?
‘De manier waarop ik songs schrijf is als bloed. Het haalt veel uit je. Ik schrijf altijd op momenten dat ik breekbaar ben, als mijn leven uit elkaar valt. Ik schrijf met bloed, met eerlijkheid. Dat vraagt veel van je. De essentie van een boek draait daar ook om, alleen is het dagelijks schrijven niet zo extreem. Je volgt gewoon het verhaal. Dat is minder dramatisch. Mijn songs zijn altijd heel donker en intens kleine verhalen. Simpele, vrolijke songs zijn niet mijn ding.’

Drie inspiratiebronnen van Willy Vlautin:

Tom Waits – Swordfishtrombones
‘Waarschijnlijk mijn favoriete album aller tijden. Ik ben een groot fan van Tom Waits, altijd geweest. Vooral van zijn gekke dingen. Dit is een romantische donkere, vreemde plaat dat toch iets van de oude Tom Waits heeft. Die variatie probeer ik altijd te kopiëren: de combinatie van instrumentale nummers, ballads, maffe, pakkende en enge songs die je laten huilen en de hele avond bier laten drinken. Ik houd heel erg van albums met zulke ups & downs.’

Willie Nelson – Legend
‘Ik houd gewoon van Willie Nelson. Als ik mij niet goed voel en ik naar hem luister weet ik dat morgen alles weer goed is.’

The Replacements – Let It Be
‘Ook een album met ups & downs, net als die van Tom Waits. Instrumentale nummers, popsongs en donkere tracks.’

Door: Ruben Eg

nieuwsbrief