Na het prachtige Gathering uit 2017 besloot Josh Ritter dat hij voor de opnames van zijn tiende album weer eens met andere muzikanten wilde werken dan zijn vaste Royal City Band, die hem overigens wel weer zal begeleiden tijdens de komende tour. Door Jason Isbell als producer te vragen sloeg hij twee vliegen in één klap, want Isbell's The Unit 400 was er wel voor in om met Ritter de RCA Studios in Nashville in te duiken. De uit Idaho afkomstige Ritter is nooit een uitgesproken politieke singer/songwriter geweest – hij is allereerst een verhalenverteller – maar zoals zoveel mensen maakt ook hij zich zorgen over de richting die zijn land is ingeslagen, en dat vindt zijn weerslag in de teksten van een aantal van de tien liedjes op Fever Breaks. Zo vraagt hij zich in het indringende All Some Kind Of Dream af wat er is gebeurd met het mededogen met minderbedeelden, in het bijzonder migranten. Niet dat Fever Breaks daarmee een protestplaat is geworden. Het album opent gewoon met een karakteristieke verhalende murder ballad, het zeer fraaie Ground Don't Want Me. Dit nummer luidt een bijzonder geïnspireerd klinkende plaat in, die beslist tot Ritter's allerbeste werk gerekend kan worden.