Na zijn vorige solo LP uit 2020, Serpentine Prison, verhuisde de voorman van the National vanuit het kosmopolitische Los Angels naar het relatief rustige Connecticut. Berninger, die er in zowel de muziek van The National als in zijn interviews nooit een geheim van heeft gemaakt nog wel eens met zichzelf in de knoop te liggen, vond hier een rust en melancholie waarvan hij het bestaan eigenlijk een beetje vergeten was. Al redelijk snel begon hij met de opnames van dit tweede soloalbum, rustig werkend in zijn kelder. Get Sunk heeft dan ook een hoog DIY-gehalte, hoewel er hoorbaar veel aandacht is besteed aan arrangementen en overdubs. Van die laatste werden er ook vele verzorgd door vrienden en kennissen die langskwamen, waaronder ook de terugkeer van de legendarische Booker T. Jones, die ook Berninger’s eerste produceerde. Op Bonnet Of Pins worden ook elektrische gitaren goed aangesloten en de hoorn sectie goed opgepoetst, waardoor dit dagboek van Berninger ook de nodige afwisseling kent. En zo heeft hij ons toch wel weer steeds op het verkeerde been gezet, want het ingetogen, introverte album ontvouwt zich na meerdere luisterbeurten toch als een zeer stevig en veelomvattend album, eigenlijk precies zoals we Matt Berninger kennen. Zijn nieuw gevonden inspiratie werpt meer dan zijn vruchten af. (Jurgen Vreugdenhil)