SPIRIT OF GAMBO, THE

In de geschiedenis heb je soms dat een groot aantal kunstenaars op één plek zijn. Zo bloeide tussen 1580 en 1650 de consortmuziek (waarbij men in huiselijke sfeer op diverse instrumenten van dezelfde instrumentenfamilie speelt) in Engeland met een geweldige hoeveel uitstekende muziek van Byrd, Bull, Dowland, Purcell, Gibbons, Lawes en John Jenkins. Samen met de Japanse organiste Haru Kitamika voeren Freek Borstlap, Gesina Liedmeier, Thomas Baeté en Ivanka Neeleman (The Spirit of Gambo) op hun viola da gamba’s deze werken van Jenkins uitstekend uit. Door de overvloed van muziek van het continent raakte deze muziekvorm in huiselijke kring buiten gebruik.


Jenkins: Fantasies, Pavans, & Airs in Four Parts

The Spirit of Gambo:

Freek Borstlap (treble viol) Gesina Liedmeier (tenor&treble viol) Thoma Baeté (tenor&bass viol) Ivanka Neeleman (bass viol) & Haru Kitamika (organ)

PROGRAMMA
Fantasia VI
Fantasia XXVI
Fantasia X
Air XIII
Pavan XXVII
Fantasia XV
Fantasia I
Air I
Pavan IX
Galliard XXIV
Pavan I
Fantasia XXXI
Air II
Fantasia XVII

The period between 1580 and 1650 is often referred as the Golden Age of English consort music, not only for the breathtaking amount of repertoire, but also for the incomparable quality of the music produced.

Among the many brilliant musicians of this Golden Age, none shines brighter than John Jenkins, but still he is neglected.