Life Ain’t Fair And The World Is Mean heet het eerste nummer op het solodebuut van Sturgill Simpson – voorheen van Sunday Valley – die hier op succesvolle wijze de outlaw country uit de jaren zeventig nieuw leven inblaast. Ondanks het openingsstatement hebben we hier niet te maken met een man voor wie het leven enkel uit ellende bestaat, want in het merendeel van de liedjes laat Simpson zich van zijn opgewekte kant horen. Met hulp van oudgedienden Pig Robbins (piano) en Robby Turner (gitaar) is hij erin geslaagd om een stevig in de jaren zeventig geworteld en desondanks toch fris klinkend honky tonk album te maken dat fans van bijvoorbeeld Waylon Jennings zeker zal kunnen bekoren.