Philippe Jaroussky en Max Emanuel Cencic behoren (samen met Bejun Mehta) tot de countertenoren van dit moment. Cencic en Jaroussky zongen in 2007 voor het eerst samen met Les Arts Florrissants en dirigent William Christie was zo onder de indruk van de wijze waarop hun stemmen samensmolten, dat hij ze niet alleen vroeg voor een Monteverdi-productie, maar ook voor een cd-opname met relatief onbekende kamerduetten en aria’s van Italiaanse componisten uit het begin van de achttiende eeuw: Porpora, Mancini, Boboncini, Marcello, Conti en Scarlatti. Het resulteert in een zeer gevarieerd programma, waarin prachtig gezongen soloaria’s afgewisseld worden met instrumentale stukken, maar wanneer beide countertenoren samen zingen, begrijp je meteen waarom Christie zo enthousiast is over dit project.
Programma:
Bononcini, G B:
Pietoso nume arcier
Chi d'Amor tra le catene
Conti:
Quando veggo un'usignolo
Mancini, F:
Quanto mai saria più bello
Marcello, B:
Chiaro e limpido fonte
Tirsi e Fileno
Porpora:
Ecco che il primo albore
Scarlatti, A:
Amore e Virtu: Nel cor del cor mio
Philippe Jaroussky (countertenor) & Max Emanuel Cencic (countertenor)
Les Arts Florissants, William Christie