Zes jaar hebben we moeten wachten op een nieuwe cd van Tom Waits. Tuurlijk, hier en daar verscheen wel een nummertje op een soundtrack, en Island bracht nog een verzamelaar uit, maar sinds The Black Rider ('93) bleef het in ieder geval voor mij veel te stil. Godlof ligt er nu dan eindelijk een nieuwe cd van Tom Waits in de winkel, Mule Variations. Het is Waits' eerste cd voor Epitaph, van oorsprong een punklabel, maar net als Waits willen zij zich niet in een hokje laten duwen. Twaalf van de zestien nummers op Mule Variations schreef Waits samen met zijn vrouw Kathleen Brennan, en samen waren zij ook verantwoordelijk voor de productie. De plaat werd opgenomen in de Praire Sun Recording Studios, een verbouwde kippenboerderij, die niet het klinische dat veel studio's kenmerkt heeft. En, in de woorden van Tom Waits: 'In between takes you can pee outside.' De plaat opent sterk met Big In Japan, een hilarische parodie op de vele sterren die alleen in Japan groot zijn: 'Hey ho there's really nothing to it!' Lowside Of The Road is zo?n typische Waits-song, waarop hij half pratend, half zingend verhaalt van 'Little Joe from Kokomo', 'chain monkeys' en een naakte Jezebel. Dan volgt Hold On, misschien wel het mooiste nummer dat Waits ooit schreef. Begeleid door uiterst subtiele gitaarlijntjes van Marc Ribot (wie anders?) en Joe Gore, bassist Larry Taylor en de even eenvoudige als doeltreffende percussie van Stephen Hodges, zingt Waits een van zijn fraaiste melodie