Dat Steve Earle een innige band had met de grootmeester onder de songschrijvers Townes Van Zandt, mag bekend zijn. Een album van Earle opgemaakt uit louter liedjes van Townes, komt dan ook eigenlijk als een natuurlijk gevolg. Met deze oprechte aanpak, waarbij hij de hulp inriep van rasmusici als Tim O'Brien, Darrell Scott en Tom Morello van Rage Against The Machine, wist hij het authentiek te houden. Uiteraard ontbreekt vrouw Allison Moorer niet en doet, iets verrassender, ook zoon Justin Townes mee aan deze cd. Al vanaf het mooie sobere Pancho and Lefty en de vrijelijk klinkende bluegrass tijdens White Freightliner Blues, lijkt hij alles in de juiste vorm te gieten. De herkenbare klanken van Earle wisselen zich af met het meer oorspronkelijke Townes-geluid. Toch experimenteert hij ook met bijvoorbeeld drumloops en bijgeluiden op Lungs, om erna evenwel met pure eenvoud en totale schoonheid uit te pakken tijdens No Place To Fall. Tussen het gekozen repertoire horen we ook Loretta, Delta Momma Blues, Mr. Mudd and Mr. Gold en het sierlijk uitgevoerde sluitstuk To Live Is To Fly. Met Townes kon Steve Earle de plank gewoonweg geen misstap begaan.