Vioolvirtuoos Andreas Romberg ontmoette tijdens zijn aanstelling bij het paleisorkest in Bonn een jonge hoforganist: Ludwig van Beethoven. Hij reisde door Europa met zijn neef, de cellist Bernard Romberg en kwam bij Joseph Haydn. Later vertrok hij uit Hamburg om de Franse troepen van Napoleon te ontvluchten en kwam via Louis Spohr terecht in Gotha. In zijn jongere jaren schreef hij twintig vioolconcerten, vooral voor eigen gebruik, waarvan topvioliste Chouchane Siranossian er drie ten gehore brengt die Rombergs ontwikkeling weergeven. Ze speelt met veel gevoel en elegantie en geeft zo een breder klankbeeld van het muziekleven in de periode aan het einde van de 18e eeuw.